Over Arnold Verbunt
Het verhaal van Arnold,
en zijn passie voor het slagersvak.
Toen Arnold Verbunt (1969) vijf jaar oud was ging hij vaak bij opa Tinus langs. Opa had een boerderij in Dongen, een klein dorpje in Noord-Brabant. Arnold is hier geboren en getogen. Tijdens de bezoeken aan opa keek hij vol bewondering naar zijn dieren, en dan vooral naar de koeien. De kiem voor het slagersvak werd gelegd.
Op zijn twaalfde leerde Arnold een echte slager kennen, tijdens zijn bijbaan bij de plaatselijke bakker. Hier leerde hij overigens voor het eerst over het belang van hygiëne, kwaliteit en vakmanschap. Dit deed hij graag en gretig. Ben was de slager van het dorp en bracht hen het vlees voor de worstenbroodjes. Hij was gecharmeerd van de nieuwsgierige Arnold en vroeg vier jaar later of hij in de slagerij wilde komen werken. Dit wilde Arnold wel.
De liefde groeit
Arnold’s liefde voor het slagersvak groeide en sloeg om in passie. Bij Ben leerde hij de fijne kneepjes van het ambacht. Arnold droeg bij met zijn creatieve blik en ontwikkelde producten voor de gastronomische markt en voor iedereen die op zoek was naar meer kwaliteit. In deze periode leerde Ben hem een waardevolle les. Hij zei: “Ik wil liever meer kwaliteit – met als gevolg dat ik zelf iets minder verdien – dan klanten die niet meer terugkomen.” Arnold knoopte dit in zijn oren.
Arnold nieuwsgierigheid naar het slagersvak bleef, hij wilde hier nog meer over leren. Hij startte de zevenjarige opleiding aan de slagersvakschool in Utrecht en Tilburg. In deze periode deed hij waardevolle praktijkervaring op bij grote slachterijen en vleesverwerkende industrieën.
Hij leerde hier onder andere hoe grote vlees productieprocessen werken en hoe je vlees moest kwalificeren.
Groeien doen we samen
Na zijn studie vervolgde Arnold zijn carrière in de slagerij en hierna is hij in de vleesverwerkende industrie terecht gekomen.
Hier leerde hij het bedrijf Goedegebuur Vlees Rotterdam kennen. Het duurde niet lang voordat zij hem vroegen om voor hen te komen werken.
Dat wilde Arnold wel. Tijdens zijn eerste jaren in dienst kwalificeerde hij vlees als assistent chef via SEUROP classificaties, een speciale werkwijze om geslachte dieren te wegen en te classificeren.
Later werd hij productiemanager en raakte hij steeds meer bekwaam in houdbaarheidstechnieken; vacuümtechnieken, machines en verpakkingsmaterialen. Arnold kwam er op deze manier steeds meer achter dat hij technisch inzicht had.
Hij verdiepte zich nog verder in de vacuümverpakkingsmachines van Multivac en de verpakkingsmaterialen.
Arnold maakte de groei mee van Goedegebuur Vlees Rotterdam. Een bedrijf dat begon met 30 medewerkers, inmiddels zijn dit er 300.
Arnold groeide mee en werd hoofd Quality Control, dit heeft hij 10 jaar gedaan.
Hij was verantwoordelijk voor de invoering van voedselveiligheidssystemen, zoals HACCP, ISO2200, FSCC2200 en Skal. Ook was hij het aanspreekpunt voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Tot slot rondde hij een opleiding als auditor af, in deze rol leidde hij diverse audits in goede banen zowel in binnen en buitenland en beoordeelde de externe bedrijfsprocessen.
Wijze lessen blijven hangen
Arnold werkte meer dan 20 jaar met veel passie en inzet bij Goedegebuur Vlees Rotterdam. Door deze jaren van dienst kun je hem het hemd van het lijf vragen over inhoudelijke productieprocessen. Ook is hij een meester in het efficiënter en kwalitatiever maken van productie- en verpakkingsprocessen. Maar het was tijd om voor zichzelf te starten. Arnold wilde zijn ervaring en kwaliteit inzetten voor andere bedrijven.
De levensles van zijn vroegere leermeester vergeet hij echter niet. Het is nog steeds een belangrijk item in zijn leven en definieert zijn visie op werk: kwaliteit is datgene wat mensen blij maakt en waardoor de klant terugkomt. Of, in de iets minder elegante woorden van slager Ben: “If you buy shit, you get shit”.
kwaliteit is datgene wat mensen blij maakt en waardoor de klant terugkomt.